Het creëren van stripverhalen in de Franco-Belgische traditie: van bladzijde tot publicatie

Het creëren van stripverhalen in de Franco-Belgische traditie: van bladzijde tot publicatie

Candido Romano Gepubliceerd op 5/27/2024

Talloze stripauteurs en mensen die dromen van een carrière in het striptekenen, kiezen voor Pixartprinting voor het printen van hun verhalen of om een boeiende portfolio samen te stellen die een breed scala aan stijlen en artistieke nuances toont. We bevinden ons in een periode waarin de wereldwijde productie van strips een nooit eerder geziene diversiteit kent, met uiteenlopende stijlen, genres en benaderingen.

Echter, strips zien er niet overal op de wereld hetzelfde uit. Neem bijvoorbeeld een editie van Batman en Dylan Dog; je zult merken dat de formaten, albumgroottes en paginanummers verschillen. Dit beïnvloedt ook de verhalen en hoe ze verteld worden.

In de VS worden ze comics genoemd, in Japan manga, in Italië fumetti en in Frankrijk en België spreekt men van bande dessinée. In dit stuk focussen we op de Frans-Belgische stripwereld, die één van de meest omvangrijke en invloedrijke markten en industrieën in Europa vormt.

Saverio Tenuta leidt ons door de wereld van Frans/Belgische strips

Hoe ontwikkel je een strip in Frans-Belgische stijl, of je nu een portfolio voor uitgevers wilt samenstellen of een eigen strip wilt produceren?

Een Italiaanse editie van Blacksad, oorspronkelijk uitgegeven door Dargaud in Frankrijk, deelt hetzelfde formaat als de Franse hardcover editie van hoge kwaliteit. Het is cruciaal te begrijpen dat strips, als expressiemiddel, geworteld zijn in diepgaande structuren en visuele codes die de cultuur, geschiedenis en ontwikkeling van een land weerspiegelen. Hoewel dit geen onwrikbare regels zijn, hebben ze toch de manier waarop verhalen verteld worden, de pagina-indeling en het tempo van het verhaal beïnvloed.

Om de Frans-Belgische strip beter te doorgronden, wendden we ons tot Saverio Tenuta, een ervaren stripauteur actief in Frankrijk (met uitstapjes naar de VS en Italië), bekend van werken als La Légende des Nuées Écarlates (De Legende van de Scharlaken Wolken in Italië) en Le Masque de Fudo (De Masker van Fudo in Italië), gepubliceerd door Les Humanoïdes Associés in Frankrijk en Magic Press in Italië.

De grammatica van het Franse stripverhaal en de basisprincipes van bande dessinée

L’edizione francese de La Légende des Nuées Écarlates.

Strips bestaan uit enkele fundamentele elementen die wereldwijd gedeeld worden, namelijk:

  • Vignet: een afbeelding binnen een enkele eenheid, inclusief tekeningen en dialogen. Samen vormen ze een strip.
  • Kader: een verzameling vignetten die samen de pagina en zijn structuur vormen, bekend als het stripverhaal.
  • Gutter: letterlijk de ‘witte ruimte’ tussen de vignetten, die ook de tijd binnen het verhaal aangeeft.

Met dit in gedachten, laten we specifiek kijken naar bande dessinée, wat letterlijk “getekend verhaal” betekent. In Frankrijk vereisen vooral realistische werken, maar ook sommige humoristische bande dessinée, een specifiek type strip met oog voor detail, avontuurlijke verhalen en een verzorgde, strakke stijl.

Volgens Saverio Tenuta is de band tussen auteur en personage in Frankrijk veel persoonlijker, vooral in vergelijking met de Italiaanse en Amerikaanse markt. De lezer associeert de auteur sterk met het personage, en een door een auteur gecreëerde wereld wordt zelden door een andere tekenaar herzien. Daarom neemt de productie ongeveer één boek per jaar in beslag, wat meer zorg voor het product vereist en de sterke persoonlijkheid van de auteur laat zien.

Er zijn vele auteurs die door de jaren heen de Frans-Belgische strip hebben beïnvloed en vormgegeven, waarbij het onmogelijk is om ze allemaal op te noemen. Onder hen is zeker Hergé uit België met zijn Kuifje, de grondlegger van de ‘ligne claire’ (heldere lijn), een heldere en duidelijke grafische stijl waarbij elk element van de strip op dezelfde manier wordt behandeld, dat wil zeggen met altijd gesloten contourlijnen en schone zwarten zonder schaduwen.

Daarnaast was er Jean Giraud met de westernserie Bluberry en zijn ‘alter ego’ Moebius, bekend van experimentelere verhalen zoals Il Garage Ermetico en L’Incal. Maar ook humoristische strips zoals het tijdloze Asterix van René Goscinny en Albert Uderzo hebben een grote traditie.

Hoewel er ‘typische’ structuren in Frans-Belgische strips bestaan, zijn er ook werken die deze structuren volledig hebben omgegooid.

De grafische verschillen in Frans-Belgische strips

Na enkele voorbeelden die de stijl hebben helpen definiëren bekeken te hebben, is het tijd om te onderzoeken hoe een strip grafisch wordt gepresenteerd in de Frans-Belgische stijl.

In strips zijn de relaties tussen individuele afbeeldingen belangrijker dan de afbeeldingen zelf. Het grafisch ontwerp van de pagina, dat wil zeggen het aantal, de positie en de grootte van de strips, is cruciaal in het proces.

Het verschil met andere stripontwerpen wordt duidelijk als we de Frans-Belgische aanpak vergelijken met bijvoorbeeld een Amerikaans stijlpaneel. De verschillen in lay-out tussen bijvoorbeeld Spider-Man Noir en de Franse serie Cosa Nostra, die gebeurtenissen van de Amerikaanse maffia uit de jaren 1930 en 1940 vertelt, zijn opvallend.

Deze verschillen benadrukken hoe de ene aanpak hyperdynamisch kan zijn, terwijl de andere rustiger en meer gestructureerd is, met een duidelijke ‘interpunctie’ door de scheiding van momenten, wat een specifieke leesvolgorde vereist, zoals Tenuta uitlegt.

In de stripreeks Spider-Man Noir wordt de hoofdgebeurtenis prominent in het midden van het paneel geplaatst, met een uitvergroot vignet van de schietende man, zonder enige vorm van afbakening. De vignetten zijn naast elkaar geplaatst, wat een ononderbroken continuïteit creëert: alles vindt plaats in een fractie van seconden.

In tegenstelling tot het voorgaande paneel, toont het Cosa Nostra-paneel een hinderlaag op een van de personages. Hier wordt een duidelijke ‘interpunctie’ gebruikt, gesymboliseerd door een afsluiting die de scènes onderbreekt volgens het concept van de scenarioschrijver en de illustrator. Het paneel start met een gedetailleerde close-up en de acteurs worden slechts via twee andere details weergegeven die de naderende gebeurtenis subtiel onthullen.

“Voor Frankrijk is het belangrijk dat er een coherent verhaal wordt verteld. De Amerikaanse stijl is meer gericht op het ‘wow’-effect met grote vignetten, gevolgd door uitvloeisels, terwijl de Franse stijl een zeer gestructureerde leesvolgorde vereist,” legt Tenuta uit.

In de Frans-Belgische strip overstijgt de narratieve stijl zichzelf, met de nadruk op een snelle beeldstroom die de lezer door het verhaal leidt.

De structuur van de Frans-Belgische strip is door de jaren heen verfijnd tot een standaardformaat dat bestaat uit:

  • Vier stroken
  • 8 tot 12 vignetten per paneel
  • Verhalen van 46 pagina’s

Elke uitgeverij en auteur heeft echter zijn eigen stijl en methodiek, afhankelijk van het verhaal en de boodschap die men wil overbrengen.

Er kan variatie zijn in het aantal stroken per pagina of het aantal vignetten, soms minder (7 vignetten) of meer (14-15 vignetten). “De verhoudingen verschillen: de Franse lay-out is vierkanter, terwijl de Amerikaanse meer verticaal en langwerpig is,” herhaalt Tenuta.

De opbouw van het tekenvel varieert ook, maar over het algemeen bepaalt de kooi de indeling van de vignetten en is er een marge die buiten de pagina valt en bij het drukken wordt weggesneden. Deze marge is iets groter, ongeveer 5-6 millimeter.

De rode rechthoek in dit voorbeeld staat voor de rand van de vignetten en de kooi, de groene voor de marge en pagina-afsnijding, en de blauwe voor de externe kooi die later wordt verwijderd.

Waarom is er een externe marge die wordt weggesneden bij het drukken? Tenuta legt uit dat dit de auteur de vrijheid geeft om de illustraties tot aan de rand van de pagina te laten lopen zonder exact tot de rand van het origineel te moeten tekenen, wat praktisch moeilijk zou zijn.

Het formaat voor Franse strips is niet standaard, zoals A4 of A3 . Het beste is om een reeds gepubliceerd referentieboek te gebruiken, de afmetingen daarvan over te nemen en deze op het tekenblad aan te brengen. Als je op groter formaat wilt tekenen, teken dan een diagonaal binnen de originele pagina om de juiste verhoudingen te behouden.

De uiteindelijke producten zijn meestal hoogwaardige hardcovers in kleur, wat een verschil maakt met de stripboeken die we in Italië zien. Het standaardformaat van een Frans stripboek is 24 × 32 cm met een verhaal van 46 pagina’s, hoewel er variaties zijn tot 60 of 80 pagina’s.

Wat het drukproces betreft, worden Franse albums als echte boeken behandeld, waarbij vaak gekozen wordt voor een hardback met een vierkante rug, terwijl een portfolio van platen of tekeningen gebonden kan zijn in een ruwe, gefreesde paperbackbinding.

Dit markeert het einde van onze verkenning vande bande dessinée, een rijk en gevarieerd domein. Het advies is dan ook om zoveel mogelijk te lezen over de auteurs en verhalen uit deze rijke traditie om een dieper inzicht te krijgen in de verhalende en technische structuren.